Werken als één overheid

Met de reeks ‘De Omgevingsdialoog’ staan we stil bij de uitdagingen en kansen die de Omgevingswet biedt in de regio. Hier zijn omgevingsdiensten, gemeenten, provincie en hun samenwerkingspartners hard aan het werk om invulling te geven aan het werken met de wet. Dit keer gaan Heleen Groot (directeur Aan de slag met de Omgevingswet), Rob van Doorn (directeur Omgevingsdienst Noord-Holland Noord) en Edward Stigter (gedeputeerde provincie Noord-Holland) hierover met elkaar in gesprek.

De Omgevingsdialoog

De reeks ‘De Omgevingsdialoog’ belicht de onderlinge samenwerking tussen de omgevingsdiensten, gemeenten, provincie en andere samenwerkingspartners binnen de regio. Dit wordt gedaan via informele ‘rondetafelgesprekken’. Omgevingsdiensten en hun partners bespreken de kansen en uitdagingen die de komst van de Omgevingswet meebrengt. Hierbij komen de producten en diensten van omgevingsdiensten aan bod die hierbij een rol spelen, gekoppeld aan concrete voorbeelden.

Muziekje.... De Omgevingsdialoog....muziekje

Een rondetafelgesprek omgevingsdiensten en hun partners bespreken de kansen en uitdagingen die de komst van de Omgevingswet in hun regio meebrengt.

Vraag: Hoe werk je als Omgevingsdienst samen met provincie en gemeenten?

Edward Stigter: gedeputeerde provincie Noord-Holland
De kunst, de uitdaging voor omgevingsdiensten...

is natuurlijk om hun bestuurders te verleiden...

met wat nou de baten zijn, wat de opbrengsten zijn.

En wat bestuurders hebben aan een goed functionerende omgevingsdienst.


Rob van Doorn: directeur Omgevingsdienst Noord-Holland Noord

Er zijn gemeentes die zeggen: interessant om daar gebruik van te maken.

We doen in onze regio heel veel op het gebied van duurzaamheidsadviezen geven.

In de brede zin van het woord.

Van zonnepanelen tot en met warmte/koudeopslag en alles daartussen.

We helpen bijvoorbeeld met het aardgasvrij maken van woningen.

En nog een aantal van dat soort activiteiten.

Maar we zijn ook sterk op het terrein van de circulaire economie.

Heleen Groot: directeur Aan de slag met de Omgevingswet
Sterker nog: één overheid is een thema dat mij bezighoudt...

sinds ik bij de overheid werk.

En dat is nooit klaar.

Het werken als één overheid .... het samenwerken tussen overheidslagen...

en horizontaal tussen onderwerpen...

jongens, daar besteed ik de rest van mijn carriëre nog wel aan.

Vraag: Hoe bereidt de regio zich voor op de komst van de wet?

Edward Stigter:

Ik vind die omgevingstafels zoals ze nu lopen wel goed in kaart brengen...

wat er nodig is om de samenwerking in hele concrete gevallen van vergunning...

vanuit omgevingsplannen, hoe we dat gaan vormgeven.

Welke afspraken daarbij nodig zijn.

Rob van Doorn:

Wat wij doen is onze mensen trainen.

Wat heel belangrijk is: zij brengen hun feitelijke kennis van de regio...

bij dat soort trainingen in.  Wat speelt er bij ons in de regio?

Ook belangrijk: wij kijken welke onderwerpen wij op de agenda kunnen zetten...

nu de nieuwe wet zich gaat aandienen.

Vraag: Hoe ervaren jullie de extra tijd voordat de Omgevingswet ingaat?

Heleen Groot:
Ik heb het naar mijn eigen mensen uitgedrukt als:

het voelt alsof ik een marathon aan het lopen was en bij...
en bij kilometer 21,5 komt er ineens 10 kilometer bij.

Maar je hebt wel wat meer lucht om ook te kijken naar de bedoeling van de wet.

Waarom deden we dit ook weer met z'n allen?

Wat heb ik aan kennis, kunde en vaardigheden nodig...
om dat inderdaad te bereiken?

Rob van Doorn:
Doordat er een jaar bij komt kun je al die dingen beter gaan trainen.

Maar dat vraagt wel dat je je mensen gemotiveerd houdt in die periode.

Edward Stigter:
Aan de ene kant is dat de uitdaging om niet de energie te laten weglopen.

Dat heb je altijd bij uitstel. Dat de neiging ontstaat om het nu even niet te doen.

Vroeger op school deed je dat ook. Nou, dat moet niet gebeuren.

En in positieve zin, dat we het jaar maximaal gaan benutten...om te gaan oefenen.

Muziekje.....

Lees de Omgevingsdialoog: Werken als één overheid" in de Kwartslag 11.

www.aandeslagmetdeomgevingswet.nl

Rob van Doorn, directeur omgevingsdienst Noord-Holland Noord
Rob van Doorn |directeur Omgevingsdienst Noord-Holland Noord

Elke regio is anders

En dat heeft invloed op de bestuurlijke samenwerking. Zo bepalen de kenmerken van de regio niet alleen wie de samenwerkingspartners zijn, maar ook het karakter van die regionale samenwerking. “In Noord-Holland Noord werken we in een agrarische streek met een aantal sterke stedelijke knooppunten”, vertelt Rob. “Maar het Noordzeekanaalgebied is bijvoorbeeld volstrekt op het bedrijfsleven gericht, op productie. Als omgevingsdienst houden wij daarom contact met andersoortige partijen en hebben wij mensen in dienst met andere expertises.” Ook het takenpakket verschilt per omgevingsdienst. Er zijn basistaken zoals vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu. Maar sommige hebben extra taken, zoals bouw- en woningtoezicht of adviesfuncties.

Edward Stigter, gedeputeerde Noord-Holland Noord
Edward Stigter | gedeputeerde provincie Noord-Holland

Toch is er altijd één overeenkomst: elke omgevingsdienst houdt zich bij zijn vergunning- en toezichtstaken aan de wetgeving. Deze gaat met de komst van de Omgevingswet behoorlijk veranderen. Dat heeft invloed op alle partijen die in de regio samenwerken. Sommige onderliggende spanningen worden extra blootgelegd. Gemeenten en de provincie, de eigenaren van een omgevingsdienst, hebben te maken met bezuinigingen in hun eigen organisatie terwijl de uitvoeringsorganisatie om investeringen vraagt. Wat betekent de wet voor deze balans? En wat gaat er gebeuren als vergunningverleners eerder in het traject betrokken worden? En hoe fijn vinden de eigenaren een grotere adviesrol van de omgevingsdienst?  “Slimme omgevingsdiensten zullen altijd goed duidelijk maken wat wij als opdrachtgevers hebben aan een goed functionerende omgevingsdienst”, zegt Edward. “Het is dus des te belangrijker dat omgevingsdiensten hun meerwaarde goed voor het voetlicht weten te brengen.”

“Nou, wij hebben veel in de aanbieding!”, lacht Rob. “We geven duurzaamheidsadviezen, van zonnepalen tot warmte-koudeopslag, en helpen met het aardgasvrij maken van woningen. Maar we hebben ook expertise op het gebied van circulaire economie. Dat zijn actuele onderwerpen die gemeenten kunnen helpen bij de taken waar zij voor staan. Er zijn dan ook veel gemeenten die hiervan gebruikmaken. En elke gemeente vraagt om maatwerk. Als organisatie willen wij op basis van confectie werken, want dat verlaagt de kosten. Tussen die twee uitersten moet je goede afspraken met elkaar maken. De omgevingsdienst bestaat nu sinds 2013, dus onze babyfase is inmiddels wel voorbij. We slagen er dan ook beter in om een balans te vinden tussen die uitersten.”

Heleen Groot
Heleen Groot | programmadirecteur Aan de slag met de Omgevingswet

Een nieuwe mindset

De Omgevingswet, die meer ruimte biedt aan ruimtelijke initiatieven, biedt bij uitstek kansen voor het aanpakken van grote maatschappelijke vraagstukken zoals de energietransitie en circulaire economie. Deze lopen dwars door beleidsvelden heen en vragen om meerdere invalshoeken. De nieuwe wet stelt hiervoor de juiste kaders op. Maar de invulling ervan? Dat is best een uitdaging. “Het vraagt een andere mindset”, stelt Heleen. “Neem het vergunningsverleningsproces. Je moet meer afstemming zoeken met collega’s van andere overheidslagen en denken vanuit de opgave, dus bedenken hoe een initiatief wél bij de opgave past. Vergunningsverleners moeten binnen de wettelijke kaders gaan meedenken. Dat wordt voor veel mensen een enorme stretch. Het wordt niet makkelijker – wel leuker!” Ook Rob ziet deze uitdaging. “Onze vergunningsverleners interpreteren de wet nu bijna naar de letter. Straks gaan we met vergunningsaanvragers rond de tafel om te kijken naar de mogelijkheden. Dat vraagt veel aanpassingsvermogen van onze mensen, die soms al decennialang in het werkveld actief zijn.”

Die verandering van het vergunningsverleningsproces maakt het volgens Heleen ook een boeiende tijd.

“Rob, het wordt voor jouw medewerkers spannend om de rol van adviseur aan te nemen. Tegelijkertijd zijn zij namelijk het bevoegd gezag dat ja of nee moet zeggen. Om dit allemaal van een en dezelfde medewerker te vragen is best ingewikkeld. Hoe los je dat op?”

“Met een heldere afspraak met de provincie dat de mensen die de vergunning verlenen niet dezelfde personen zijn die toezicht vertalen in mogelijk ingrijpen”, antwoordt Rob. “Maar die staat al, daar gaan we dus gewoon op doorwerken. Het zal wél voor meer mensen een aanpassing betekenen. Dat is absoluut waar.” “Het is ook voor de mensen bij de gemeenten en provincie een interessante uitdaging”, vult Edward aan. “We hebben de omgevingsdiensten opgericht om voor een grotere afstand te zorgen tussen het dagelijkse bestuur van gemeenten of provincies en het houden van toezicht. De toezichthoudende rol zat namelijk weleens dicht bij het bestuurlijke wensdenken. Dan krijg je een schimmig gebied. Met de Omgevingswet ligt de taak van toezichthouden weer dichter bij de adviesfunctie; beide rollen liggen straks voor een groot deel bij de omgevingsdienst. Laten we als provincie met gemeenten verder bespreken hoe we die adviesfunctie vorm gaan geven.”

Wie zijn de trekkers?

Kansen en uitdagingen vragen beide om een goede training met de Omgevingswet. Er wordt regionaal dan ook flink geoefend met omgevingstafels. Intussen krijgen medewerkers van omgevingsdienst Noord-Holland Noord trainingen waarbij zij hun feitelijke kennis over de regio inbrengen. Ambities worden besproken met de provincie en gemeenten. Zo denkt de dienst aan meer mogelijkheden op het gebied van bouw- woningtoezicht en stappen op het gebied van circulaire economie. Thema’s die sowieso belangrijk zijn, maar dankzij de Omgevingswet efficiënter kunnen worden aangepakt. Verder is er een stuurgroep met bestuurders van de omgevingsdienst, burgemeesters en wethouders, maar ook met directeuren van diensten zoals de GGD en de Veiligheidsregio. Zij bespreken hoe ze de gemeenten en provincie van dienst kunnen zijn bij de voorbereiding op de wet.

In sommige regio’s is het niet duidelijk wie de leidende partij is voor de interbestuurlijke samenwerking voor grote opgaven. Een omgevingsdienst zou die rol kunnen vervullen, maar deze zit natuurlijk niet in het standaard takenpakket. Heleen: “Vaak willen omgevingsdiensten best die leidende partij zijn, maar hebben ze ‘zelfschroom’ of is er weerstand vanuit opdrachtgevende partijen om hen die rol toe te kennen. Dat vind ik jammer. De schaalgrootte van omgevingsdiensten, 29 partijen, past perfect bij de Omgevingswet. Provincies zijn vaak te grote eenheden, gemeenten te klein. Het vormgeven van regionale samenwerking is ingewikkeld en hangt af van een paar trekkende spelers. Bij het centrale programma hebben we daarom personen aangesteld om hier een faciliterende rol in te spelen.” Heleen heeft het hier over de ‘regionale implementatiecoaches omgevingswet’ (RIO), die per regio zijn aangesteld om de bestuurlijke samenwerking verder te brengen. Als de RIO een leidende rol pakt, kunnen de omgevingsdiensten hierop aanhaken en hoeft er van die ‘zelfschroom’ geen sprake meer te zijn.

Een extra 10 kilometer

Het uitstel van de Omgevingswet geeft de mogelijkheid om nog een jaar te oefenen met de wet. Er is een risico dat de urgentie inmiddels minder gevoeld wordt op de werkvloer. Maar Heleen ziet ook voordelen. “Er komt weer meer verbreding. Iedereen kijkt weer naar de bedoeling van de wet en niet naar wat je sec moet kunnen bij de inwerkingtreding van de wet. Wat is de gedachte erachter?”

“Maar dat is dus voor mijn mensen vaag”, stelt Rob. “We hebben als omgevingsdiensten de afspraak gemaakt om op tijd klaar te zijn. Nu komt er opeens een jaar bij. Natuurlijk kunnen we verder oefenen met de veiligheid en risico’s van het systeem. Maar we moeten ook onze mensen gemotiveerd houden.”

Heleen: “Ik begrijp dat de motivatie een ding is. Ik merk het zelf ook. Het voelt alsof ik een marathon aan het lopen was, en bij kilometer 41,5 komt er opeens 10 kilometer bij... Maar het heeft geen zin als één organisatie er klaar voor is en de rest niet. Juist vanwege de ketensamenwerking is het belangrijk dat iedereen er klaar voor is. ”

“Werken als één overheid is nooit klaar.”

Eén overheid

Regionale partijen kunnen elkaar hierbij helpen. Bijvoorbeeld door samen te oefenen met omgevingstafels. “De omgevingstafels laten ons nu al zien welke afspraken we kunnen maken bij hele concrete gevallen van vergunningverlening”, zegt Edward. “Misschien kun je het nieuwe werken naast dit droogzwemmen ook écht in de praktijk brengen, bijvoorbeeld bij het maken van de Omgevingsvisie, de omgevingsplannen, de provinciale verordening of gebiedsgerichte opgaven?” Heleen is het met hem eens. “De gouden tip is: als je de implementatie van de Omgevingswet ook aan de grote opgaven verbindt, wordt het een stuk leuker. Mensen worden warm van de inhoud en niet van de instrumenten.”

Kortom, uitstel van de wet betekent niet dat alles on hold staat. Sommige facetten kunnen nu al in de praktijk worden gebracht. Dat is een mooie uitdaging voor iedereen. Hoe dan ook blijft de samenwerking tussen alle partijen een voortdurend proces. Of, zoals Heleen het omschrijft: “Werken als één overheid is nooit klaar.” 

Zie ook