Interview met Johan Osinga, directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Directeuren-generaal en directeuren aan het woord in het boekje Omgevingswet in uitvoering. "Vertrouwen is ingewikkeld, maar als je het niet doet blijf je stilstaan."

Johan Osinga, directeur-generaal NVL bij min LNV
Johan Osinga, directeur-generaal Natuur, Visserij en Landelijk gebied bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

“De Omgevingswet is interessant voor ons, omdat de Wet natuurbescherming erin opgaat. Die verving in 2017 drie wetten. De inkt van de Wet natuurbescherming was nauwelijks droog toen we over moesten schakelen naar het systeem van de Omgevingswet. Bijkomend voordeel van die recente wetsverandering was dat we al hadden geoefend. Toch bleek – en blijkt – het lastig, de systematieken verschillen van elkaar. Op bepaalde punten botsen ze. En soms past iets niet maar moeten we het toch regelen. Dat vraagt om creativiteit en bereidheid tot compromissen.”

Bewust onbekwaam

“Voordat ik bij Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kwam, werkte ik als algemeen directeur bij de provincie Overijssel. In die functie was ik onder andere verantwoordelijk voor de implementatie van de Omgevingswet. Eerlijk gezegd ben ik zo nu en dan verbaasd. In Overijssel is er al sinds 2008 een omgevingsvisie; een integraal document dat gaat over milieu-, water- en natuurkwaliteit en ruimtelijke ordening. Het voelt als een stap terug dat we op rijksniveau nog in het sectormodel zitten. Daarom vind ik het opvallend dat het Rijk denkt dat ze anderen moet leren integraal te werken. Als er één partij is waarvan ik merk dat ze dit ingewikkeld vindt...

En toegegeven, het is ook lastig. In Den Haag krijg je álle vraagstukken op je bord – van luchtvaart tot de drinkwatervoorziening en alles ertussenin. Maar neem het milieubeleidsplan dat we op dit moment opstellen; vanuit de ene sector leveren we commentaar op de andere, in plaats van dat we samenwerken. Dat hebben we heus in de gaten. Eigenlijk zijn we bewust onbekwaam. Je ziet dat we nu de eerste stapjes zetten dat anders te doen maar we zijn er nog lang niet ….”

Gebiedsgericht werken

“De grootste fout die we kunnen maken, is dat we vraagstukken als fosfaat en stikstof in de toekomst benaderen als eendimensionale problemen. Natuurlijk moeten bepaalde zaken op nationaal niveau geregeld worden, maar we moeten evenzeer zoeken naar oplossingen op gebiedsniveau. De Omgevingswet helpt ons bij uitstek afwegingen te maken op gebiedsniveau. We werken bij dit ministerie overigens al gebiedsgericht. Bijvoorbeeld via de Regiodeals maar ook het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland. Binnen dat programma formuleren we gezamenlijk de opgaven per gebied en wat daaraan onze bijdrage en die van andere stakeholders kan zijn. Het leuke is dat dit programma is ondergebracht bij Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, maar over veel meer dan landbouw en natuur gaat. Het gaat over alles wat we met een regio willen.”

Het voelt als een stap terug dat we op rijksniveau nog in het sectormodel zitten

Wat zit erachter?

“Ik heb geleerd om ervan uit te gaan dat iedereen die aan tafel zit vanuit zijn of haar logica iets goeds voor elkaar wil brengen. De kunst is om erachter te komen hoe die logica in elkaar zit. Goed te luisteren, veel vragen te stellen en te kijken wat we gemeen hebben. De basis voor samenwerking op integraal niveau is voor mij: zij hebben er net zo goed over nagedacht als ik. Wat zij willen is net zo legitiem, dus kom erachter waarom ze dat willen, en hoe jij dat kunt verbinden aan de dingen die jij belangrijk vindt. Wees geïnteresseerd in de ander.

Bij dit soort processen geldt vaak ‘alleen ga je harder, samen kom je verder’. Als je daar niet naar handelt loop je op een gegeven moment vast. En natuurlijk mag je de ander af en toe uitdagen om wat harder te rennen. Dat gebeurt nu ook rondom stikstof. Soms ben ik geïrriteerd over het feit dat de oplossing nog zover weg is, dat het niet sneller gaat. Er staat immers zoveel op het spel. Tegelijkertijd weet ik dat, wanneer we niet iedereen op de goede manier aan tafel krijgen, we de besluiten uiteindelijk niet rondkrijgen.”

Vertrouwen is een onderliggend principe van de Omgevingswet. Voel je dat dit er is?

De Omgevingswet gaat uit van vertrouwen, terwijl Europa op het gebied van natuur zegt: ‘Zo moet het en niet anders!’. Of het vertrouwen er is? Eigenlijk ontstond dat al in de stap hiervoor; de decentralisatie van het natuurbeleid naar provincies. Op het moment dat je decentraliseert geef je de andere partij vertrouwen. Zoveel vertrouwen in elkaar hebben dat je samen op pad durft, terwijl je nog niet precies weet waar je uitkomt, is ingewikkeld. Maar als je het niet doet kom je niet op weg. In vertrouwen moet je blijven investeren.

Directeuren-generaal en directeuren bij het Rijk aan het woord

Wat betekent de komst van de Omgevingswet voor de directeuren-generaal en directeuren bij het Rijk? Hoe kijken zij aan tegen de bijbehorende voorbereiding en samenwerking? In het boekje Omgevingswet in uitvoering (pdf, 1.2 MB) vertellen directeuren-generaal en directeuren van verschillende departementen en uitvoeringsorganisaties wat hen bezighoudt in aanloop naar de Omgevingswet. Wat gaat goed, wat kan beter en hoe doen ze dat? Op welke voorbeelden zijn ze trots? En hoe zijn ze zelf een voorbeeld? Ook gaan de geïnterviewden in op het begrip vertrouwen, een onderliggend principe van de Omgevingswet. Voelen zij dat het vertrouwen er is? Lees en laat je inspireren