Interview met Meindert Smallenbroek, directeur Warmte & Ondergrond bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. "Mensen van de Omgevingswet, vergeet de marktpartijen niet." Directeuren-generaal en directeuren aan het woord in het boekje Omgevingswet in uitvoering.

Meindert Smallenbroek, directeur Warmte & Ondergrond bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Meindert Smallenbroek, directeur Warmte & Ondergrond bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat

Zonder samenwerking brengen we de energietransitie niet verder

"Om de energietransitie te realiseren, moet er nog veel gebeuren in het fysieke domein. De huidige energievoorziening moet grotendeels plaatsmaken voor duurzame energie, zoals wind- en zonne-energie. En de daarbij horende molens en panelen. De Omgevingswet brengt een aantal wetgevingsfamilies bij elkaar; wetgeving voor bijvoorbeeld milieu en ruimtelijke ordening. De Omgevingswet kan ons helpen om de energietransitie te versnellen. Maar daar is wel draagvlak voor nodig. Mensen – op welke wijze dan ook – laten participeren in duurzame energieprojecten helpt om draagvlak te creëren voor dat wind- of zonnepark."

Leren participeren

"Participatie, de Omgevingswet staat er bol van. Overigens is het niet zo dat we niet met participatie bezig waren voordat we aan de slag gingen met de wet. We zijn ons er al langer van bewust dat we de samenleving moeten betrekken bij activiteiten in de leefomgeving. Een mooi voorbeeld is het project waarin we vanuit Economische Zaken en Klimaat vijf windparken realiseren in de Noordzee. De kabels die de parken met het land verbinden komen onder andere aan land in Noord- en Zuid-Holland, beide dichtbevolkte en -bebouwde provincies. Om dit in goede banen te leiden, hebben we een groot participatietraject op touw gezet met de betrokken provincies, gemeenten en belanghebbenden. Hieraan ging een traject vooraf waarin we uitzochten hoe we de participatie het best konden insteken. Dat klinkt misschien overdreven, maar het was zeker niet voor niets; we hebben geleerd van het grote verzet tegen bijvoorbeeld de windparken in de Groningse en Drentse Veenkoloniën."

Tijdig in gesprek

"Wat we daarvan leerden? Onder andere dat je, als je een plan hebt, zo snel mogelijk in gesprek moet gaan met de partijen die daar last van kunnen krijgen. In Groningen en Drenthe waren we daarmee te laat. En nog steeds is het geen automatisme om al vroeg in gesprek te gaan met de omgeving. We moeten blijven oefenen, want het is broodnodig: onze energieprojecten hebben grootse effecten. Mensen voelen zich bedreigd en zijn bang dat hun woonomgeving verandert of verdwijnt. Daar kun je als Rijksoverheid niet overheen banjeren.

Maar ja, 'zo snel mogelijk' in gesprek gaan, wanneer is dat? Daarin zijn we soms nog zoekende. Als een plan nog abstract is, valt er weinig te bespreken. En tegelijkertijd: hoe concreter het wordt, hoe minder mogelijkheden er overblijven om de wensen van anderen mee te nemen. Wat helpt is dat we intensief samenwerken met regionale en lokale bestuurders. Zij begrijpen waar we het over hebben en staan vaak dichter bij de inwoners."

Binnen ons departement is er een groep mensen dedicated met de Omgevingswet bezig

Belangrijke projectgroep

"Ongeveer vier jaar geleden constateerden wij als ministerie dat we met onze onderwerpen niet voldoende in de Omgevingswet zaten. Denk hierbij aan mijnbouw, natuur en grote duurzame energieprojecten, zoals windmolenparken en hoogspanningsverbindingen. We hebben toen een projectgroep opgericht, waarin vanuit alle domeinen iemand aanschoof. Die groep is nog steeds actief, voor zowel het ministerie van Economische Zaken en Klimaat als Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De projectleden spreken met iedereen die wetgeving of andere beleidsdossiers in beheer heeft, gerelateerd aan de Omgevingswet. Ze kijken wat er moet gebeuren om deze in lijn te brengen met de Omgevingswet.

Ik vind het nog lastig te overzien wat de wet voor ons werk betekent. Grote energieprojecten vallen straks bijvoorbeeld niet meer onder de rijkscoördinatieregeling, maar onder het projectbesluit. Daar moeten we de werkprocessen op aanpassen. In zo'n geval is het ontzettend fijn dat er een groep mensen binnen ons departement dedicated met de Omgevingswet bezig is. Zodra zij meer weten, weten wij dat ook."

"Net als coureur Max Verstappen, die als laatste begint en toch vooraan eindigt."

Relatie met de markt

"Daarnaast zijn korte lijntjes tussen overheden belangrijk. We kunnen niet zonder elkaar. Maar bij Economische Zaken en Klimaat hebben we ook veel te maken met de marktpartijen, zoals energiebedrijven of producenten van aardgas en aardolie, of netbeheerders. Hoe gaan we met hen om, in het licht van de Omgevingswet? Ik vind dat daar op dit moment te weinig aandacht naartoe gaat. De programma's zouden het belang van de relatie tussen overheid en marktpartijen meer mogen uitdragen.

Bij Economische Zaken en Klimaat nodigen we regelmatig marktpartijen uit om te vertellen over wat de Omgevingswet voor hen en ons betekent, wat er verandert in onze relatie. Hoe gaat de Omgevingswet in de praktijk uitwerken voor mensen die iets willen realiseren? Dat vind ik denk ik het spannendst. Zeker in de eerste jaren na invoering, waarin mensen die dingen willen tegenhouden alles uit de kast zullen halen en er nog weinig jurisprudentie is opgebouwd. Borgt de Omgevingswet dan de belangen van de initiatiefnemers, de belangen van degenen die problemen met het initiatief hebben en de publieke belangen? We zijn wat laat op gang gekomen, maar uiteindelijk bijgetrokken."

Vertrouwen is een onderliggend principe van de Omgevingswet. Voel je dat dit er is?

Vertrouwen als onderliggend principe voor werken als één overheid. Of dat er is, vind ik eerlijk gezegd niet zo interessant. Veel relevanter vind ik dat er vertrouwen is tussen overheden, de markt, maatschappelijke instellingen en mensen die iets willen realiseren. Leuk en aardig dat overheden met elkaar praten, maar het gaat er uiteindelijk over wat wij voor de samenleving kunnen doen.

Directeuren-generaal en directeuren bij het Rijk aan het woord

Wat betekent de komst van de Omgevingswet voor de directeuren-generaal en directeuren bij het Rijk? Hoe kijken zij aan tegen de bijbehorende voorbereiding en samenwerking? In het boekje Omgevingswet in uitvoering (pdf, 1.2 MB) vertellen directeuren-generaal en directeuren van verschillende departementen en uitvoeringsorganisaties wat hen bezighoudt in aanloop naar de Omgevingswet. Wat gaat goed, wat kan beter en hoe doen ze dat? Op welke voorbeelden zijn ze trots? En hoe zijn ze zelf een voorbeeld? Ook gaan de geïnterviewden in op het begrip vertrouwen, een onderliggend principe van de Omgevingswet. Voelen zij dat het vertrouwen er is? Lees en laat je inspireren