Bij de implementatie van de Omgevingswet wordt van elke overheid verwacht participatiebeleid vast te stellen. Hoe zorg je ervoor dat participatie echt gaat werken zoals bedoeld, en geen ‘moetje’ wordt? De gemeente Tilburg heeft zich over deze kwestie gebogen, geholpen door het programma Aan de slag met de Omgevingswet. Samen maakten ze praatplaten die kunnen dienen als ondersteuning bij de beleidsvorming. Ze delen hun opbrengsten graag, om zo ook andere gemeenten op weg te helpen.

De Omgevingsdialoog van Tilburg

De gemeente Tilburg heeft haar participatiesporen ruim verdiend; al sinds 2014 ondersteunt en stimuleert ze participatie. Dat doet ze onder meer met de Omgevingsdialoog. Daarin kunnen initiatiefnemers zien wanneer participatie verplicht of gewenst is, welke vorm de voorkeur heeft en wat de eisen zijn. Er zijn zelfs modelbrieven bijgesloten. Je zou de Omgevingsdialoog kunnen zien als de Tilburgse voorloper van de Wegwijzer participatie, een hulpmiddel van het Programma Aan de slag. De Omgevingsdialoog sluit al goed aan bij de Omgevingswet, maar nog niet 100%. Uiteraard wordt daaraan gewerkt, net als aan het geschikt maken voor complexere projecten. “Andere gemeenten kunnen er alvast hun voordeel mee doen”, zegt Wim Tijssen, adviseur Omgevingswet bij de gemeente Tilburg.

Pieter Meijer
Pieter Meijer, expert implementatie Omgevingswet bij het Programma Aan de slag

Een eerste begin

De Omgevingsdialoog van Tilburg was inspiratie voor de praatplaten participatiebeleid, die ook voor de ‘buitenwereld’ beschikbaar zijn.. Eerste auteur is Pieter Meijer, expert implementatie Omgevingswet bij het Programma Aan de slag. Hij ondersteunde Tilburg bij haar verdere stappen richting een participatiebeleid. Meijer: “Hoe kun je participatie stimuleren zonder het af te dwingen? Met de praatplaten wilden we dat dilemma inzichtelijk maken. Ze zijn bedoeld om de discussie over het participatiebeleid mee op gang te brengen, een eerste begin.” Tijssen vult aan: “We delen ze graag, zodat niet iedereen het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. De praatplaten zijn gebaseerd op onze praktijkervaring, Pieter Meijer had de overstijgende blik.”

Zo heeft de raad van Tilburg ook in 2020 de handschoen weer opgepakt, tegen de achtergrond van de Omgevingswet. Met de opgedane ervaringen – en niet alleen in het fysieke domein – zet Tilburg nu verdere stappen op het gebied van participatie. Dat doet recht aan de uitspraak in het bestuursakkoord 2018-2022 dat Tilburg een overheid wil zijn die niet alleen ruimte geeft, maar ook meedenkt en meedoet.

“De organisatie moet de veiligheid bieden om het gesprek aan te gaan”

Praatplaat participatie 3

Participatie in je DNA

De praatplaten zijn deels geboren uit onvrede over hoe participatie een ‘moetje’ dreigde te worden, vertelt Tijssen. “Ik constateerde dat het weer een afvinklijstje werd. Je moet je bewust zijn van de bedoeling van participatie, namelijk dat stakeholders een plek krijgen in de planvorming. Participatie moet in je DNA zitten. Het is geen verplichting waaraan je voldaan hebt als je drie inloopavonden hebt georganiseerd.”

Meijer is het hier roerend mee eens: “Doe het met overtuiging en intrinsieke motivatie. Ja zeggen en nee doen is dodelijk voor het vertrouwen.” Tijssen vervolgt: “Participatie heeft echt meerwaarde voor de vergunningverlening en het draagvlak. Door stakeholders een stem te geven, stappen er in plaats van 120 mensen maar drie of vier naar de rechter. En vooral: het plan zelf wordt er beter van.”

Goed horen en dan keuzes maken

De pilot Omgevingsplan Noordhoek was voor Tilburg belangrijk om ervaring op te doen met participatie en de Omgevingswet. Die insteek vloeit voort uit de keuze van de raad om de Omgevingswet te implementeren als vernieuwende overheid. Dat het werkt, blijkt uit de pilot, zegt Tijssen: “De inwoners van de Noordhoek hebben wensen op het gebied van groen, spelen en parkeren. Vaak zijn die tegenstrijdig en bovendien is er te weinig ruimte in de wijk om alle wensen te honoreren. Juist door de tegenstrijdigheden in de planvorming expliciet te maken, kwam men tot de keuze voor het op termijn autoluw maken van de Noordhoek. Burgers snappen best dat je keuzes moet maken. Ze kunnen echt verder kijken dan hun neus lang is. Het helpt als je open en transparant bent: laat zien wat de opgehaalde inbreng is en wat je ermee gaat doen.” Meijer vult aan: “In een druk land als Nederland moet je afwegingen maken. Als mensen goed gehoord worden, kunnen ze een beslissing waar ze het mee oneens zijn, beter verteren.”

“Pas als iedereen dezelfde kennis heeft, is een goed gesprek mogelijk”

Een open blik en moed

Zet vooral je ambtenaarsbril af voordat je de wijk ingaat, benadrukt Meijer. “De wereld op het gemeentehuis sluit niet aan op de belevingswereld in de wijken. Je moet het gesprek voeren volgens de logica van de mensen met wie je praat. Goed luisteren en dan besluiten: welk gereedschap zal ik eens uit mijn tas halen? Vaak gaan mensen met een aantal instrumenten de wijk in, maar een omgevingsplan is niet iets wat in de belevingswereld van de burgers past. Je kunt er meestal maar een paar wensen in verwerken.”

Tijssen: “Projectleider Edwin Vermeulen had de moed om Noordhoek blanco in te gaan. Hij stelde zich ontwapenend en kwetsbaar op. Dankzij zo’n houding kunnen bewoners ook verder kijken dan hun naakte eigenbelang.”

“Burgers snappen best dat je keuzes moet maken als je transparant bent”

Tussen hamer en aambeeld

Bewoners laten meepraten vereist dus moed. Waar gemeenteambtenaren zich voorheen achter hun dossiers konden verstoppen, wordt dat onder de Omgevingswet veel lastiger. Tijssen: “Het gemeentebestuur stimuleert het om uit je schulp te kruipen. Als je het gesprek met de buitenwacht aangaat, kom je tussen hamer en aambeeld. Alle belangen behartigen lukt namelijk nooit. De organisatie moet de veiligheid bieden om dat gesprek aan te gaan. Geef je medewerkers een license to act.”

Meijer vult aan: “Durf je dossiers in het midden te leggen, en accepteer het als een ander er een dossier bij legt. Het is misschien comfortabel om meer kennis te hebben dan je gesprekspartner. Maar voor participatie is een gedeelde informatiepositie belangrijk. Pas als iedereen dezelfde kennis heeft, is een goed gesprek mogelijk.”

Cultuurverandering begint bovenaan

Het is duidelijk dat participatiebeleid opstellen veel meer inhoudt dan ‘papier maken’. Je zou het moeten doen met het oog op een cultuurverandering, vinden Tijssen en Meijer. En begin vooral bij jezelf. Meijer: "Cultuurverandering werkt van boven naar beneden. De top moet het beleid opstellen en vooral ook zelf doorleven! De praatplaten kunnen helpen die discussie te voeren, het plan te doorleven en samen gedragen conclusies te trekken. Laat zien: dit is wat wij willen. Cultuurverandering is een proces van jaren. Er is een gevoel van veiligheid nodig, daarom moet je als organisatie consequent ondersteuning bieden. Het is een traject van vallen en opstaan."

Terug naar de praatplaten. Hoe kunnen andere gemeenten ze gebruiken? Tijssen: "Het is geen blauwdruk, je moet ze toesnijden op je eigen gemeente. Ga erin grasduinen." Pieter vult aan: "Je moet er inderdaad niet een nietje door slaan en denken dat je dan je participatiebeleid hebt. Ze zijn bedoeld om de discussie te sturen en samen tot vruchtbare conclusies te komen."

Praatplaat participatie 5
Praatplaat participatie 4
Praatplaten participatie
Praatplaat participatie 2

Gluren bij de buren

Persoonlijke verhalen zijn een grote inspiratiebron. Hoe doen anderen het? Waar lopen ze tegenaan? Waarom gaat het goed? En waarom gaat het soms ook minder goed? Wat leer je daarvan?  Lees meer praktijkverhalen en kijk ook eens bij de 'blogs' en 'interviews' op onze website Aan de slag met de Omgevingswet.