Tekst 2 november 2020
Foto Riesjard Schropp
Wij kunnen het zaklampje zijn
Met de reeks ‘De Omgevingsdialoog’ staan we stil bij de uitdagingen en kansen die de Omgevingswet biedt in de regio. Hier zijn omgevingsdiensten, gemeenten, provincie en hun samenwerkingspartners hard aan het werk om invulling te geven aan het werken met de nieuwe wet. Dit keer gaan Marjan Heidekamp-Prins (directeur RUD Drenthe), Nienke Baars (directeur Omgevingsdienst Groningen) en Pieter Hofstra (directeur Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing) met elkaar in gesprek.
De Omgevingsdialoog
De reeks ‘De Omgevingsdialoog’ belicht de onderlinge samenwerking tussen omgevingsdiensten, gemeenten, provincie en andere samenwerkingspartners binnen de regio. Dit wordt gedaan via informele ‘rondetafelgesprekken’. Omgevingsdiensten en hun partners bespreken de kansen en uitdagingen die de komst van de Omgevingswet met zich meebrengt. Hierbij komen de producten en diensten van omgevingsdiensten aan bod die een rol spelen, gekoppeld aan concrete voorbeelden.
Probleemloos werken in de regio
In het noorden van ons land vindt de samenwerking voor de Omgevingswet plaats in het Regionaal Platform Omgevingswet Groningen, het Omgevingsplatform Drenthe en het samenwerkingsnetwerk De Friese Aanpak. Hier bespreken ketenpartners wat er moet gebeuren om de wet succesvol te implementeren. Iedereen heeft er belang bij om deze samenwerking nu al zo goed mogelijk in te richten. Volgens Nienke geldt dat zeker voor de omgevingsdiensten. “Alles wat we nu kunnen regelen of oplossen, helpt ons straks als uitvoeringsdienst. Maar we zijn onderdeel van gemeenten en de provincie. Het is bovenal belangrijk dat we de benodigdheden krijgen om ons werk straks goed te doen zodat de regio probleemloos kan werken.”
Met wie gaan we samenwerken?
Het is volgens haar belangrijk dat partijen samen bedenken wat er moet gebeuren en wat de volgorde van de aanpak wordt. Marjan beaamt dit. “En om in verandertermen te spreken: dat moet van a naar b met het gedrag van b.” “Mooi gezegd”, reageert Nienke. “De Omgevingswet wordt vaak gezien als iets complexs waarin je verzuipt. Daardoor denken mensen eerst zelf na over wat ze precies met de wet willen voordat ze met anderen in overleg gaan. Maar doe dat juist niet! Dat kunnen we straks ook niet doen. Denk andersom. Als iets ingewikkeld is, moet je eerste gedachte zijn: 'Wie moet ik hierbij aansluiten?’, en je tweede: ‘Ik ga die samenwerking organiseren.’"
Kansen pakken of creëren?
Met het oog op de Omgevingswet voelen omgevingsdiensten dat ze veel kunnen betekenen voor ketenpartners. Marjan: “Ik zie ons straks bijvoorbeeld als casemanager, een regisseur die informatie uit verschillende organisaties verbindt. Daar zijn we heel bedreven in. Voor de toekomstige besluittermijn van acht weken wordt zo’n rol alleen maar belangrijker.” Pieter vult aan: “In Friesland vindt een gezamenlijke verkenning van de bruidsschat plaats. Ik ben heel blij dat we dit samen uitwerken. We kijken met elkaar naar wat de overdracht van de regels voor onze gemeenten en waterschappen betekent. FUMO is gevraagd inhoudelijk expertise in te brengen, en de regie op zich te nemen.”
Maar het blijft lastig om te bepalen hoever je als Omgevingsdienst kunt gaan in het pakken of juist creëren van kansen. Pieter: “Het hangt mede af welke rol je krijgt van partners. Het moet je gegund worden. Maar je moet ook kansen pakken! Als er iets op het pad komt, acteer ik daarop. Die kansen kop ik in. Niet om ons te profileren, maar vanwege de meerwaarde voor het eindproduct. Stel je proactief op en laat weten dat je de expertise hebt.” Marjan vult aan: “Ambtelijk wordt er hier in Drenthe weleens uitgesproken dat wij omgevingstafels zouden moeten organiseren, omdat het goed aansluit bij onze functie. Je kunt je rol het beste laten groeien zoals die groeit. Je expertise laat zich vanzelf zien. Zo hebben we binnen onze organisatie een ervaren milieujurist. Hij werkt aan bouwstenen voor milieuonderdelen die in het kader van de Omgevingswet worden uitgewerkt. We zijn er supertrots op hoe kwalitatief goed zulke bijdragen zijn. Daardoor worden we op dat gebied als een autoriteit gezien.”
Zoek je kracht
Nienke merkt dat het een kwestie is van ervaren met elkaar. Soms ontstaan er bij toeval mooie samenwerkingen. “Het is zoeken en wennen. Op een kennismiddag presenteerde een gemeente hier een keer haar omgevingsvisie. Dat vonden onze medewerkers waanzinnig interessant. Ze bedachten meteen zes dingen die er ook in zouden kunnen! Daar werd de gemeente weer enthousiast van. Vervolgens zaten we met elkaar aan tafel en werkten we samen. Zo moet het werken. Mensen moeten van elkaar uitvinden waar hun kracht zit en merken hoe handig het is om deze te benutten.”
Meer schwung
Elkaar goed kennen is dus cruciaal om die rollen te accepteren én te maken. Hoe meer je elkaar ziet, hoe beter dat gaat. “Dan kun je belevingswerelden delen”, stelt Pieter. “FUMO heeft bijvoorbeeld een sessie ‘Samenwerken in de Omgevingswet’ georganiseerd voor bestuurders en ambtenaren. Hier bespraken we wat we elk voor de implementatie van de wet nodig hebben. Met een prachtige uitkomst: gemeentesecretarissen wilden voor ambtelijke projectleiders een stuurgroep vormen. Deze is inmiddels opgericht als De Friese Aanpak, en de Omgevingswet is hét onderwerp waarmee wordt geoefend. De wet blijkt een prachtig vehikel om de samenwerking tussen ketenpartners gestalte te geven. Ik denk dat de wet ons schwung geeft om die samenwerking verder te versterken.”
Ook Nienke ervaart dit in projecten. “Twee jaar geleden hebben ketenpartners gezamenlijk opleidingen georganiseerd over de Omgevingswet. Dat werkte heel goed voor de verbondenheid. Ik vond het heel gaaf dat we allemaal mensen uit onze organisaties afstonden voor een gezamenlijke opleiding. Vervolgens trainden zij de mensen van elkaars organisatie.” Opmerkelijk genoeg werden deze trainingen ook als geheel een oefening. “Uiteindelijk werden trainingen niet evenredig verdeeld. Sommige partners hadden veel ruimte en deden er meer. Samen keken we naar oplossingen. Moesten zij bijvoorbeeld meer betalen? Dat zijn precies de dingen die we ook straks tegenkomen. Je werkt samen aan een casus, maar de een heeft er wat meer werk aan. Wat doe je dan?”
Over de regio heen
Marjan, Nienke en Pieter treffen elkaar regelmatig om zaken te bespreken. De meerwaarde daarvan zit hem in meerdere dingen, vertelt Marjan. “Onze diensten staan voor soortgelijke uitdagingen en vullen elkaar aan. De samenwerking is bijvoorbeeld handig voor de uitwisseling van expertise, die soms schaars is op de arbeidsmarkt.” Pieter ziet nog een voordeel: “Uniformiteit over regels schept duidelijkheid. Denk aan bedrijven die in alle provincies actief zijn.” Volgens hem houden hun medewerkers korte lijntjes als het gaat om thema's als zeer zorgwekkende stoffen. Ze werken regelmatig dagdelen samen en vinden en vertrouwen elkaar. “Dan komt er ook een informele samenwerking. Mensen kennen elkaar vanuit hun vakgebied én als persoon.” Nienke vult aan: “Dat geldt ook voor onszelf: we organiseren een gezamenlijk MT met de drie diensten, nemen de wereld door en hebben daarna een borrel!”
Project 3Noord Externe Veiligheid
Project 3Noord Externe Veiligheid is een van hun samenwerkingsprojecten. Vanwege de Omgevingswet komt er een nieuwe systematiek voor externe veiligheid met aandachtsgebieden per scenario (brand, explosie en gifwolken). Lokaal moeten gemeentelijke beleidskeuzes gemaakt worden over de activiteiten die worden toegestaan in deze aandachtsgebieden. Samen met de drie veiligheidsregio’s ontwikkelen de omgevingsdiensten een regionaal adviesproduct om gemeenten hierin te helpen. Deze handleiding geeft gemeenten stapsgewijs inzicht in de te maken keuzes. Nienke: “Externe veiligheid is een onderwerp dat een nieuw jasje krijgt in de Omgevingswet. Vanuit onze expertise kunnen we als diensten een bijdrage leveren. Als iedereen zoekende is, kunnen wij misschien het zaklampje zijn.” “Dat is dus precies wat ik eerder bedoelde met het pakken van kansen”, antwoordt Pieter.
Week van de Omgevingswet
Die ‘zaklampfunctie’ komt ook in andere projecten naar voren. Zo hebben de diensten samengewerkt aan de Noordelijke Week van de Omgevingswet, die eind november 2020 werd georganiseerd. De week had tot doel om met medewerkers en bestuurders van bevoegde gezagen en ketenpartners in te gaan op de laatste ontwikkelingen omtrent de wet. Nienke: “In de toekomst zullen we ongetwijfeld grensoverschrijdende cases krijgen, waarbij we acht weken hebben om een vergunning af te geven. Daarom kan een extra impuls in contacten buiten de regio geen kwaad. Als je zoiets met z’n drieën organiseert, kun je werk met werk maken. Workshops worden daardoor niet dubbel georganiseerd. Elke regio heeft bovendien zijn eigen expertise.” “En vergeet de promotie niet”, vult Marjan aan. “Zo’n samenwerking is ideaal om er veel lawaai aan te geven. Om het bewustzijn te creëren dat er zo’n week aankomt. Dan bereik je een zo groot mogelijke doelgroep.”