Tekst 16 november 2020
Foto Rob Poelenjee

Brabant gaat niet vinken maar vonken

Met de reeks ‘De Omgevingsdialoog’ staan we stil bij de uitdagingen en kansen die de Omgevingswet biedt in de regio. Hier zijn omgevingsdiensten, gemeenten, provincie en hun samenwerkingspartners hard aan het werk om invulling te geven aan het werken met de wet. Dit keer gaan Ron Cremers (directeur a.i. Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant), Eric Beex (wethouder gemeente Eersel), Nico van Mourik (directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant) en Hans Wierikx (wethouder gemeente Halderberge) hierover met elkaar in gesprek.

De Omgevingsdialoog

De reeks ‘De Omgevingsdialoog’ belicht de onderlinge samenwerking tussen omgevingsdiensten, gemeenten, provincie en andere samenwerkingspartners binnen de regio. Dit wordt gedaan via informele ‘rondetafelgesprekken’. Omgevingsdiensten en hun partners bespreken de kansen en uitdagingen die de komst van de Omgevingswet met zich meebrengt. De producten en diensten van omgevingsdiensten komen aan bod, gekoppeld aan concrete voorbeelden.

Ik heb De Omgevingsdialoog als bijzonder waardevol ervaren. Heel erg plezierig vond ik ook het contact met de twee andere gesprekspartners. Ik heb er heel veel van geleerd.

Mooi om zo als ambtenaren en bestuurders met elkaar in gesprek te zijn over de nieuwe kansen, die de Omgevingswet ons biedt.

Dat vooral onze adviseurs en dan pak ik toch daarbij onze toezichthouder als hij ergens gaat controleren, toch vooral proberen mee te denken en zich te verplaatsen in de persoon zelf, van: wat wil diegene bereiken? En wat willen wij die man meegeven?

Waarbij alle belangen van economie en milieu op een evenwichtige wijze tegen elkaar worden afgewogen en met elkaar worden besproken. Om zo te zoeken en te vinden wat de meest passende oplossing is.

De andere manier van denken, die onze medewerkers nodig hebben.

Zijn wij oplossingsgericht? Of blijven we problematiseren? Dan brengen we de oplossingen niet dichterbij. Dat vraagt van ons een andere instelling. Omdat wij moeten gaan snappen, nog meer dan nu waarom doet iemand, zoals hij gedaan heeft? En van daaruit gaan adviseren. Dat is echt het wezenlijk anders iets ten opzichte van nu.

Natuurlijk betekent de Omgevingswet veel voor de gemeenten. En niet alleen voor de gemeenten, maar ook voor de Omgevingsdienst. Samen, gemeenten en Omgevingsdienst zullen wij op zoek moeten gaan wat het beste past om in de context en in de geest van de wet te zoeken naar wat wél kan. Dat is de belangrijkste opgave.

Nico van Mourik
Nico van Mourik, directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

De Omgevingswet vereenvoudigt het wettelijk kader voor diverse aspecten van de fysieke leefomgeving. De verschillende overheden krijgen meer afwegingsruimte. Met minder regels en méér ruimte voor initiatieven. Dat klinkt veelbelovend, maar toch heerst er enige scepsis onder de deelnemers van deze Brabantse Omgevingsdialoog.  “Het is een prachtige etalage die gebouwd is, maar in de backoffice gaat er geen wet af. Verandert er nou echt iets?”, vraagt Nico zich af.

Hans Wierikx
Hans Wierikx, wethouder gemeente Halderberge

Hans sluit zich daarbij aan: “De inzet is om minder wet- en regelgeving te krijgen. En ruimte te creëren voor de creatieve processen. Er komt in theorie één nieuwe wet voor in de plaats, maar in het DNA van die wet zitten nog wel al die oude beleidsdomeinen en afwegingsgebieden. Als we met zijn allen de ruimte willen vinden om meer ‘out of the box’ te kunnen denken voor al die initiatieven, geven en laten we elkaar ook meer ruimte. De intentie van de Omgevingswet is heel goed. Maar hoe gaan we met zijn allen die integraliteit benaderen? En hoeveel ruimte is iedereen bereid elkaar te geven in dat proces?”

Ron Cremers
Ron Cremers, directeur a.i. Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

Open blik en samenwerken

Integraal werken: volgens de Omgevingswet gaat dat over het bijeenbrengen van allerlei verschillende onderwerpen, perspectieven en belangen, om daar vervolgens in samenhang een afweging in te maken. Dat vraagt om een manier van werken waarbij een open blik en samenwerken belangrijk zijn. Ron: “De omgevingsdiensten zijn destijds juist opgezet om centraler en uniformer te gaan werken. Met de komst van de Omgevingswet rijst de vraag: in hoeverre zorgen die omgevingsdiensten, die zich vooral op milieu richten, voor meer integraliteit? Ik denk dat we als omgevingsdiensten overal hebben laten zien dat we daar heel goed in gaan slagen. Wel zullen onze medewerkers – hoogopgeleide technisch-inhoudelijke experts – een omslag moeten maken om integraal te gaan denken en samenwerken. Er zullen meer adviesvaardigheden van hen worden gevraagd.” 

Eric Beex
Eric Beex, wethouder gemeente Eersel

"Niet vinken maar vonken"

Cultuuromslag

De Omgevingswet zal een cultuuromslag met zich meebrengen. Vaak worden initiatieven nu nog ontvangen met een afwachtende ‘nee, tenzij’-houding. Dat zou moeten veranderen in een welwillende ‘ja, mits’-houding. Nico: “Die verandering zit vooral in cultuur, houding en gedrag. En minder in wetskennis en technische kennis. ‘Nee, tenzij’ is makkelijker te formuleren. Want daar vind je altijd wel een bondgenoot in de wet. Maar nu moeten we oplossingsgericht gaan denken en die ‘ja, mits’ gaan invullen met elkaar. Hoe doe je dat als lokale en provinciale overheid, hoe doe je dat als adviseurs van die overheden - veiligheidsregio, GGD, waterschap, omgevingsdienst - en belanghebbenden in de samenleving die voor of tegen iets zijn? Dat spel zal heel erg belangrijk worden.”


Eric beaamt dat het ‘ja, mits’-principe van de Omgevingswet om een cultuuromslag vraagt. “In Eersel noemen we dat: ‘niet vinken maar vonken’. Dus niet meer met een verkokerde blik alles afvinken waarvoor je zelf verantwoordelijk bent en dan een ‘go’ of ‘no go’ geven. Maar vonken, oftewel: creatief denken. Denken in meerwaarde voor het gebied. In Eersel en Oirschot zijn we al tien jaar bezig met de gemeente-overstijgende gebiedsontwikkeling De Levende Beerze. Dat brengt nog steeds uitdagingen met zich mee. Maar we zijn op weg naar een integrale benadering. Daarbij kijken we niet meer alleen naar de plussen en minnen voor het eigen territorium. We zijn grensoverschrijdend bezig met thema’s als gezondheid, recreatie, wonen en werken.” 

Experimenteren met de Omgevingstafel

De gemeente Halderberge vormt een netwerk met zes grensgemeenten ('De6') die veelvuldig met elkaar samenwerken. Binnen dit samenwerkingsverband wisselen de gemeenten kennis en kunde uit over actuele thema’s. Want veel vraagstukken houden niet op bij de gemeentegrens. De gemeenten besloten een leerkring rond de Omgevingswet op te richten, om samen te ontdekken wat de wet voor hen zal betekenen. Dit gebeurde op basis van een concrete, actuele casus: de mogelijke aanleg van zonneweiden aan de kernrand van Oudenbosch in de gemeente Halderberge. Hierbij werd geëxperimenteerd met de Intaketafel en de Omgevingstafel. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ontwikkelde deze samen met gemeenten om de nieuwe manier van vergunningverlening vorm te geven. Initiatieven komen eerst bij een Intaketafel terecht. Hier verzorgt een klein team van gemeenteambtenaren de eerste beoordeling van de wenselijkheid van het initiatief. Na groen licht daarover schuiven diverse experts en ketenpartners - waaronder omgevingsdiensten - en voor deze casus ook de initiatiefnemer, aan bij de Omgevingstafel.

Dilemma’s bespreken

Hans: “Op basis van iedere casus nodig je straks de juiste partijen uit om mee te denken. Maar omdat we in dit stadium nog met elkaar aan het leren zijn, probeerden we zoveel mogelijk partijen aan tafel te krijgen. De veiligheidsregio, het waterschap, de omgevingsdienst, de GGD. Bij de Intaketafel bekeken we hoe we het ‘ja, mits’ toepasten binnen de kaders die er zijn. En welke criteria je daarbij toetst. Aan de Omgevingstafel bespraken we de geïdentificeerde dilemma’s of aandachtsgebieden met elkaar. Hoe kun je die samen vanuit die ‘ja, mits’-gedachte en integraliteit aanpakken? Bij de evaluatie kwam het belang van ieders informatiepositie heel duidelijk naar voren. Je kunt wel met elkaar om tafel gaan, maar op dat moment moet wel helder zijn wat de scope van het onderwerp is, wat je met elkaar gaat bespreken. En iedereen moet over dezelfde informatie kunnen beschikken. Alleen dan kun je de juiste dialoog met elkaar hebben.”  

"Je werkt samen naar een oplossing toe, dus moet er iets geconcludeerd worden."

Geen onduidelijkheid

Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant schoof ook aan tijdens de praktijkoefening met de Omgevingstafel. Nico: “Daarbij hebben we geleerd dat je het proces strak moet inregelen. Er mag bij geen van de deelnemers onduidelijkheid zijn over het proces. Je moet het ontzettend eens zijn over de rollen die mensen vervullen, van bevoegd gezag tot inwoner of bedrijf. Die rollen, taken en verantwoordelijkheden moet je in het proces goed beleggen. En de rol van de voorzitter is van uiterst groot gewicht. De voorzitter mag niet in de inhoud treden. Hij moet ervoor zorgen dat het proces bijzonder goed verloopt. Waarbij hij de spelregels goed bewaakt en ervoor zorgt dat iedereen aan bod komt. Zodat mensen écht met elkaar in een dialoog kunnen zijn. Tot slot is het belangrijk dat hij het eind van de avond ‘afhecht’ met een aantal conclusies. Je werkt samen naar een oplossing toe, dus moet er iets geconcludeerd worden.”

Regionaal Meetnet

Ook Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant bereidt zich al een tijdje op de Omgevingswet voor. Eind dit jaar hebben alle medewerkers een e-learning over het onderwerp gevolgd, zoals ook binnen andere omgevingsdiensten gebeurt. Daarnaast was de komst van de Omgevingswet aanleiding om met medewerkers in gesprek te gaan. Ron: “We vragen mensen wat de Omgevingswet voor hen gaat betekenen. Op basis daarvan bekijken we of er specifieke trainingen nodig zijn."


"Ook participeren we in een Regionaal Meetnet, een initiatief om de luchtkwaliteit - en later ook het geluidsniveau - te meten. Dat levert objectieve meetwaarden op, die gemeenten straks voor hun omgevingsvisie en omgevingsplan kunnen gebruiken.” Het Algemeen Bestuur van de omgevingsdienst gaf in 2016 opdracht om regionale pilots op te starten, als voorbereiding op de Omgevingswet. In 2017 werd vervolgens binnen het meetnet een samenwerking aangegaan met gemeenten, de provincie, TNO, GGD, RIVM, Universiteit Utrecht en burgerinitiatief Aireas.  Ron: “Zij werken nu samen om te zorgen voor een gezondere leefomgeving in Zuidoost-Brabant.”

In heel de regio Zuidoost-Brabant komen nu 50 meetkasten voor het Regionaal Meetnet. De focus ligt op het stedelijk gebied, het gebied rond de luchthaven en het buitengebied met veel intensieve veehouderij. De verschillende experts hebben samen bepaald waar deze meetkasten worden geplaatst, zodat de metingen een zo goed mogelijk beeld geven van heel de regio. De gegevens zijn beschikbaar via een open platform, en bovendien is er sprake van burgerparticipatie: burgers worden uitgenodigd om met een meetkastje op hun fiets naar het werk te gaan. Zo meten ze onderweg de luchtkwaliteit. Eric: “Dit draagt ook bij aan meer bewustwording bij de inwoners: wat kunnen we zélf doen om onze leefomgeving te verbeteren? Niet iedere dag de auto pakken, bijvoorbeeld.”

Elkaar leren begrijpen

Daarnaast wil de omgevingsdienst graag meedoen met eventuele proefprojecten met Omgevingstafels, zodra die regionaal van de grond komen. “Op dit moment verkeren we nog in de aftastende fase. Onze projectleiders Omgevingswet zijn met gemeenten en andere hoofdrolspelers in gesprek. Zij weten elkaar inmiddels te vinden, leren elkaar te begrijpen en zien dat zij niet zonder elkaar kunnen. De kunst is om dat uiteindelijk ook bestuurlijk te verbinden.”