Natuur en Milieu en de Noord-Hollandse milieufederatie hebben in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een rapport geschreven over kansen en bedreigingen van de Omgevingswet. Binnen de kaders van Europese en nationale regelgeving krijgen vooral gemeenten meer mogelijkheden voor eigen beleid. Het rapport schetst hoe we de kansen voor natuur, milieu en duurzaamheid kunnen verzilveren en hoe we bedreigingen zo veel mogelijk kunnen beperken. Een genuanceerd verhaal, met handelingsperspectief voor decentrale overheden, natuur- en milieuorganisaties en betrokken bewoners. Op 2 december was er een webinar over het onderzoek.

Arjan Nijenhuis
Arjan Nijenhuis, MT-lid/relatiemanager Omgevingswet

Dit onderzoek sluit goed aan op het initiatief van 9 natuur- en milieuorganisaties die een mooie website hebben gemaakt. Met als invalshoek de vraag hoe de kansen van de Omgevingswet voor natuur en milieu kunnen worden benut. Een inspirerende insteek.
Enige tijd geleden stuitte ik via Twitter op een artikel van Frans Soeterbroek: Omgevingswet bezorgt buurtbewoners nog meer buikpijn. In een tweet beloofde ik op dit artikel te reageren, wat ik hierbij doe. In het artikel lijkt de Omgevingswet een neoliberale wet te zijn waar niets goeds uit kan voortkomen. Vanuit die optiek wordt alles wat kansen biedt jammer genoeg gebagatelliseerd en worden bedreigingen – ook als die er niet zijn – fors uitvergroot.

Door het Rijk geregisseerde feestmuziek?

Zo zijn belangrijke onderdelen van de Omgevingswet – integrale aanpak, participatie en ruimte voor initiatieven – neergezet als 'door het Rijk geregisseerde feestmuziek'. Dit stempel krijgt ook de situatie dat een gemeente bewoners oproept om mee te denken met het maken van een omgevingsvisie. Feestmuziek? Hoezo? Volgens het artikel worden de problemen van actieve bewoners zelfs groter door de Omgevingswet: overvallen worden door plannen van ontwikkelaars en gemeenten, marginalisering van burgerinitiatieven, vrijblijvende participatie, grote afstand tussen beleid en praktijk en een haperende democratie. Bij elk punt denk ik: hoezo? Natuurlijk is de wet geen panacee en hangt veel af van politieke besluitvorming en de nadere invulling hiervan. Maar waarop is de mening gebaseerd dat de Omgevingswet op al deze punten alleen maar nadelen brengt?

Geen vrijblijvende participatie

Neem de participatie, een belangrijke pijler onder de Omgevingswet. Een onderwerp dat veel aandacht heeft gekregen in het parlement. En dat nu onderdeel uitmaakt van een soms enthousiaste en soms moeizame zoektocht op decentraal niveau. Bij een omgevingsvisie, een omgevingsplan, een verordening, een programma en een projectbesluit moet het bevoegd gezag gelegenheid bieden tot participatie. De ervaringen op dit gebied zijn gebundeld en kennis wordt gedeeld, door zowel BZK/directie Aandeslag als de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Ook zijn de gemeenten verplicht om participatiebeleid vast te stellen. Waarom er sprake zou zijn van 'nog vrijblijvender' participatie onder de Omgevingswet, ontgaat mij dan ook.

De kritiek richt zich meestal op de vergunningprocedure. Daarbij moet de aanvrager aangeven of participatie heeft plaatsgevonden en wat de uitkomsten ervan waren. Het klopt dat het achterwege laten van participatie geen weigeringsgrond is. Voor vergunningen die passen in het omgevingsplan hoeft dat niet per se een probleem te zijn. Zeker niet als het omgevingsplan recent met participatie tot stand is gekomen. Wel blijft de gemeente (of ander bevoegd gezag) verantwoordelijk voor de vergunning. Als zij door een ontbrekende of gebrekkige participatie onvoldoende gegevens heeft om het besluit goed te motiveren, dan heeft zij enkele mogelijkheden om daar alsnog wat aan te doen. Vergeet niet dat een gebrekkig gemotiveerd besluit bij de rechter risico’s loopt. Ook de aanvrager heeft dus belang bij een zorgvuldige participatie.

Overigens, voor aanvragen die niet passen in het omgevingsplan kan de gemeenteraad verplichte participatie voorschrijven.

We gaan de komende jaren leren en ervaren hoe de Omgevingswet werkt in de praktijk en dit evalueren. Er is in mijn ogen geen enkele reden om deze ontwikkelingen op voorhand cynisch te bejegenen.

Ook de aanvrager heeft belang bij zorgvuldige participatie

Participatie

De Omgevingswet schrijft voor dat bewoners betrokken worden bij de besluitvorming. De leefomgeving is immers van ons allemaal. Het idee is dat door gebruik te maken van uw kennis en creativiteit, de kwaliteit van de besluitvorming beter kan worden en het draagvlak kan worden  versterkt. Als u de ontwikkelingen in uw buurt, dorp of stad belangrijk vindt, dan is het zaak dat u alert bent wanneer de mogelijkheid van participatie wordt geboden.

Het kan wat uw gemeente betreft gaan om de omgevingsvisie, het omgevingsplan, een (omgevings)programma of om een vergunning. In dat laatste geval wordt de participatie verzorgd door de aanvrager. De gemeente is echter verantwoordelijk voor de vergunning. Dus als u niet tevreden bent over de wijze waarop de participatie heeft plaatsgevonden, kunt u bij uw gemeente aan de bel trekken. Deze heeft dan allerlei mogelijkheden om gebreken in de participatie te herstellen, bijvoorbeeld door rechtstreeks met u contact op te nemen.

Het is voor de gemeente van belang om goed inzicht te hebben in de vraag hoe de omwonenden over de aangevraagde vergunning denken. Anders kan zij geen goed gemotiveerd besluit nemen en zou de rechter er een streep doorheen kunnen halen.  
 

Geen sprake van allesoverheersende marktwerking

Volgens het artikel wordt de voorgeschreven integrale aanpak teniet gedaan door 'een dikke saus' marktwerking. Echter, wat er aan de markt wordt overgelaten bepaalt op gemeentelijk niveau, binnen de kaders van EU-recht en nationale regelgeving, nu juist de gemeenteraad. Zo kan voor de historische binnenstad met monumentaal erfgoed het omgevingsplan de status quo vaststellen: niks marktwerking. Terwijl hetzelfde omgevingsplan ook kan bepalen dat voor een verlaten bedrijfsterrein slechts een paar randvoorwaarden gelden, waarbinnen de markt initiatieven kan ontplooien. Van een allesoverheersende marktwerking is dan ook geen sprake.

Maatwerk per buurt

Dit raakt aan een andere misvatting. De auteur gaat er vanuit dat de ene omgevingsvisie en het ene omgevingsplan voor alle delen van de stad identiek zouden moeten zijn. Daardoor zullen de regels in zo’n plan 'veel algemener zijn opgesteld dan nodig is om maatwerk voor buurten te leveren'. Dit klopt niet. Een omgevingsplan kan heel goed van onderop worden opgebouwd, met betrokkenheid van bewoners en bedrijven. Maatwerk per buurt dus. Als alle delen zijn samengevoegd kan het als omgevingsplan worden vastgesteld door de gemeenteraad. Ongeveer zoals Soeterbroek het graag ziet. Dit past prima in de Omgevingswet. Hetzelfde geldt voor een omgevingsvisie.

Rechtsbescherming blijft geheel intact

Verder is de veronderstelling onjuist dat de rechtsbescherming wordt beperkt. Er is, net als nu, tegen een visie en een verordening geen beroep mogelijk. En net als nu staat beroep open tegen een omgevingsplan (vervanger van bestemmingsplan), een vergunning en een projectbesluit. Omdat een omgevingsplan (wel beroep) straks ook de huidige verordeningen (woonbotenverordening, kapverordening: geen beroep) omvat is er zelfs sprake van enige uitbreiding van de beroepsmogelijkheden.

Omgevingswet schaft ‘lex silencio positivo’ af

Ook wordt gesteld dat een vergunning na het verstrijken van de termijn verleend moet worden. Dit klopt niet. Het betreft hier de ‘lex silencio positivo’ (lsp): als een bevoegd gezag niet tijdig beslist, wordt de vergunning van rechtswege verleend. De Omgevingswet schaft die lsp nu juist af. Iedereen die buikpijn krijgt van bijvoorbeeld onterecht omgekapte bomen, zal hier blij om zijn.

Toepassen, bedreigingen beperken en kansen pakken

Tot slot mijn reactie op de oproep om de Omgevingswet te ‘hacken’, met een verwijzing naar het pamflet Zo verbind je de Omgevingswet met een democratische agenda. Via mijn tweet van 15 maart 2021 heb ik aangegeven dat de aanbevelingen allemaal prima kunnen onder de Omgevingswet. Van ‘hacken’ is in het geheel geen sprake. Het gaat gewoon om toepassen, bedreigingen beperken en kansen pakken. Net zoals de natuur- en milieuorganisaties aangeven in het onderzoek en de genoemde site.

Meer informatie

Auteur

Dit is een blog van Arjan Nijenhuis, MT-lid/relatiemanager Omgevingswet. Arjan blogt voor het programma Aan de slag met de Omgevingswet. Zijn invalshoek: de externe partijen waarmee hij dagelijks te maken heeft. Reageer via onze social media: