Heeft u het over de Omgevingswet, dan heeft u het over het Omgevingsloket. Waarbij het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) de informatiemotor is.

Een landelijk systeem waarop overheden aansluiten met eigen lokale software Iedereen kan hier digitaal alle wetgeving en regels terugvinden over ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. Geen enkele overheid in de wereld ging ons voor met een vergelijkbaar systeem. Daar hoeven ze zich straks geen zorgen meer om te maken, want ze hoeven nog maar langs één loket, het Omgevingsloket.

Maar wat maakt het DSO zo uniek? Welke mogelijkheden biedt het? En welke uitdagingen liggen er nog voor we het systeem echt in gebruik nemen? U leest het in deze rubriek, waarin we de technische en maatschappelijk kant van het DSO naast elkaar belichten.

Dirk Roze
Dirk Roze, die in de praktijk met het DSO aan de slag gaat: als afdelingshoofd bij het waterschap Drents Overijsselse Delta
Portetfoto Mirella van der Velde
Mirella van der Velde, die als product owner DSO bij Geonovum werkt

Met het DSO maken we meer mogelijk voor inwoners en ondernemers

Hoe kan het DSO bijdragen aan de aanpak van maatschappelijke opgaven als de energietransitie of het woningtekort? En wat is er voor nodig om dit te bereiken? We vragen het aan Mirella van der Velde, die als product owner DSO bij Geonovum werkt aan de standaarden voor juridische regels, en het DSO van binnen en buiten kent. En aan Dirk Roze, die in de praktijk met het DSO aan de slag gaat: als afdelingshoofd bij het waterschap Drents Overijsselse Delta zorgt hij dat het waterschap straks klaar is om te werken volgens de Omgevingswet.

Welke kansen zien jullie met de komst van de Omgevingswet voor inwoners en bedrijven?

Dirk: ‘Het wordt voor hen veel makkelijker om initiatieven te starten. De wet vraagt aan ons overheden om inwoners voorop te zetten, in plaats van onze eigen processen. Nu is het voor mensen bijvoorbeeld vaak niet duidelijk welke partijen ze bij hun vergunningaanvraag moeten betrekken: staatsbosbeheer, het waterschap, de gemeente, noem maar op. Daar hoeven ze zich straks geen zorgen meer om te maken, want ze hoeven nog maar langs één loket. Alles is netjes aan de achterkant geregeld.’

Mirella: ‘Dit makkelijker maken zit ’m ook in een helder en duidelijk aanvraagproces. Een voorbeeld: op dit moment moet je voor bepaalde vergunningaanvragen, zoals voor een dakkapel, een pdf met een bouwtekening uploaden. Maar hoe je zo’n bouwtekening maakt, dát wordt nergens uitgelegd. Je ziet dat mensen dan bijvoorbeeld maar een lege pdf uploaden, omdat ze anders niet verder kunnen klikken. Het Omgevingsloket is veel gebruiksvriendelijker. We vertalen juridische regels zo goed mogelijk naar begrijpelijke vragen. Hierbij letten we er ook op dat de stappen logisch zijn voor de gebruiker.’

Dirk: ‘En, niet te vergeten: met de Omgevingswet wordt op het gebied van vergunningsverlening de korte procedure van 8 weken het uitgangspunt, en de uitgebreide procedure van 6 maanden de uitzondering. Dus inwoners en bedrijven worden vaak sneller geholpen.’

En welke kansen zien jullie voor overheden?

Dirk: ‘Als overheden zullen we nog intensiever samenwerken. Dankzij vooroverleggen als omgevingstafels horen we meer over elkaars dilemma’s en manier van werken, wat tot meer onderling begrip leidt. En het is ook gewoon leuk: ik heb de afgelopen tijd veel nieuwe mensen leren kennen op deze manier, er zelfs vrienden aan overgehouden.’

Mirella: ‘Door samen te zitten zie je ook sneller wat er mogelijk is. Bij de gemeente Lelystad zag ik laatst een mooi voorbeeld. Een modeketen had daar een aanvraag gedaan voor een nieuw groot bedrijvengebouw. De gemeente moest dit op grond van haar bestemmingsplan afwijzen, maar zag ook kansen, voor bijvoorbeeld meer werkgelegenheid. Ze besloot toen vanuit de geest van de omgevingswet te kijken naar wat er wél mogelijk was. Alle betrokken partijen – de gemeente, de GGD, de provincie, de Omgevingsdienst en het waterschap – hebben toen met elkaar gekeken: kunnen we dit niet tóch mogelijk maken? En wat zijn dan de voorwaarden? En dat is gelukt – het bedrijf staat er inmiddels!’

Dirk: ‘Participatie biedt ook veel kansen. Als we bij het waterschap een dijk moeten verhogen, dan vragen we bewoners om mee te denken. Blijkt dan dat er behoefte is aan een nieuw fietspad, en het kan op die dijk, dan kunnen we die twee projecten mooi tegelijk oppakken. ‘Meekoppelkansen’ noemen we dat. Het zorgt voor draagvlak en je zorgt voor een betere leefomgeving, zonder veel extra kosten te maken.’

‘De veranderopgave heeft tijd nodig, maar ik geloof als een hippie dat we het gaan halen!’

Welke uitdagingen liggen er nog?

Mirella: ‘Het zit ’m vooral in het werkend krijgen van de ‘lange’ keten, zodat een aanvraag via het Omgevingsloket bij de juiste partij terechtkomt. Daarvoor moeten overheden hun zaaksystemen aansluiten op het DSO, maar ook hun interne processen aanpassen. Kijk alleen al naar gemeenten, waar de specialist ruimtelijke ordening en de stafmedewerker juridische zaken nu nog vaak op verschillende afdelingen zitten, terwijl zij veel moeten samenwerken. Wat dat betreft ligt er nog een enorme veranderopgave in heel Nederland, bij ons allemaal. Dat heeft tijd nodig, maar ik geloof als een hippie dat we het gaan halen als we beginnen met de wil om samen te werken!’

Dirk: ‘Bij het waterschap denken we wel al op een andere manier dan 10 jaar geleden. Als er een aanvraag voor een vergunning binnenkomt, laten we direct weten dat we deze hebben ontvangen. En moeten we de aanvraag afwijzen? Dan denken we mee over wat wél zou kunnen. Ook is de focus bij onze toezichthouders verschoven van beboeten naar meedenken. Zij hebben veel meer begrip voor mensen en hun problemen. Kijk: degene die met opzet olie in de watergang loost, die krijgt zijn boete wel, maar het grootste deel van de mensen bedoelt het goed. Hen verder helpen, daar doen we het voor. Daar geniet ik van.’

Wat maakt het DSO bijzonder?

Dirk: ‘Dat alle regels straks op één plek zijn te vinden én zijn gekoppeld aan geodata. Als je een initiatief wilt starten hoef je niet altijd de wet of verordening te lezen. Je kunt gewoon op de kaart zien wat wel en niet kan en mag door gebieden aan te klikken. Zo kun je bijvoorbeeld ontdekken dat iets midden op de dijk niet kan, maar even verderop, net buiten de dijk, wel.’

Mirella: ‘Op termijn zal er steeds meer geodata in het DSO komen. Dat biedt enorm veel mogelijkheden. Niet alleen voor individuele initiatiefnemers, maar ook voor maatschappelijke opgaven. Voor de energietransitie hebben we straks bijvoorbeeld veel nieuwe transformatorstations nodig. Die kun je niet zomaar ergens neerzetten; daar gelden allerlei regels voor. Het mag bijvoorbeeld niet te dicht bij het bos en niet in de bebouwde kom. Dankzij het DSO heb je straks veel meer gegevens op één plek. Dit kan ons flink helpen versnellen.’

‘Hetzelfde geldt voor de woningbouwopgave, of natuurbescherming. Het DSO geeft beter inzicht in hoe beschermde natuurgebieden lopen. En dus waar gebouwd kan worden en waar niet. We liepen in Nederland al voorop op het gebied van ruimtelijke ordening, maar met het DSO doen we daar nog een paar scheppen bovenop.’

‘We liepen in Nederland al voor op het gebied van ruimtelijke ordening, maar met het DSO doen we daar nog een paar scheppen bovenop.’

Waar zijn jullie trots op?

Mirella: ‘Het DSO is een enorm complex systeem, dat bestaat uit veel losse componenten. Binnen het digitaal stelsel lopen er zeker 33 projecten. Als je dan zelf met één project bezig bent verlies je al snel zicht op het groter geheel. Ik heb me met collega’s hard ingezet voor het steeds weer samenbrengen van de verschillende projectgroepen, en uitleggen hoe alle componenten onderling samenhangen. Zo leveren we bij Geonovum een belangrijke bijdrage aan het ‘verbinden’ van het DSO.’

Dirk: ‘Ik denk dat we bij ons waterschap goede trainingen hebben ontwikkeld. Zo wordt er bij ons regelmatig een omgevingstafel nagespeeld en dan zie ik dat medewerkers het daarna echt snappen.’

‘Het belangrijkste is: er zelf in geloven. Dan haal je de eindstreep wel.’

Hoe krijgen jullie collega’s mee in de nieuwe manier van werken?

Dirk: ‘Je probeert ze te verleiden om inwoners te begrijpen en adviseren. Dat heeft tijd nodig. Bij onze toezichthouders moest bijvoorbeeld het vertrouwen groeien dat óók als we niet meteen sancties opleggen, dingen op tijd worden opgelost. Als we nieuwe mensen aannemen kijken we ook of ze competenties hebben die daarbij passen. Of ze het leuk vinden om samen te werken en mensen te helpen.’

‘Maar het belangrijkste is: er zelf in geloven. Dat vraagt om een zekere mate van idealisme. Niet te veel focussen op hoeveel tijd het kost, en niet meteen winst voor jouw organisatie willen zien, maar kijken naar het grote geheel. Je moet het echt willen doen voor die betere samenwerking, voor de inwoners van ons land. Dan haal je de eindstreep wel.’

Mirella: ‘Dat zeg je heel mooi. Je hebt inderdaad idealisme nodig. De Omgevingswet is een enorm groot en langlopend traject en daarom is het belangrijk dat we elkaar steeds aan het einddoel blijven herinneren. Want weet je: dit is het tofste programma dat we ooit hebben gehad. Als we dit voor elkaar krijgen en zo meer mogelijk maken voor inwoners en bedrijven, dan mogen we daar heel trots op zijn.’

‘Je kunt het niet alleen doen en je hóéft het ook niet alleen te doen.’

Hebben jullie nog tips voor andere overheden?

Dirk: ‘Zoek samenwerking op. Wij hebben bijvoorbeeld veel gehad aan onze samenwerking met andere waterschappen via de Unie van Waterschappen. Zo heeft de Unie voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd, en voorbeelden gedeeld: van een participatieplan en van een handleiding voor het aanvragen van een vergunning. Je kunt het niet alleen doen en je hóéft het ook niet alleen te doen.’

Mirella: ‘Vergeet niet: nu zijn we allemaal bezig met details en het oplossen van kinderziektes, maar dat is tijdelijk. Als de basis er eenmaal staat en iedereen is aangesloten, kunnen we het weer hebben over de grote maatschappelijke thema’s, en onze idealen. Dan wordt het weer echt leuk. Ik zie de inwerkingtreding dan ook echt als een startpunt.’

Extra informatie