Voor de versterking van de Lauwersmeerdijk werkten ketenpartners in een pilot samen aan hun eerste, integrale projectbesluit. Deze partners waren de provincie Groningen, het waterschap Noorderzijlvest, Rijkswaterstaat, de gemeente Het Hogeland, het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Royal HaskoningDHV en hogeschool Van Hall Larenstein. Twee jaar later kijkt Silvia Mosterd van het waterschap Noorderzijlvest terug. Wat heeft dit project het waterschap geleerd over werken volgens de Omgevingswet? En welke tips heeft ze voor andere waterschappen?

Hoe is het nu met…?

Het programma Aan de slag met de Omgevingswet heeft de afgelopen jaren in dit magazine en op zijn website aandacht besteed aan veel projecten en initiatieven die al proberen te werken in de geest van de Omgevingswet. Ook reikt het programma jaarlijks de Aandeslag-Trofee uit aan dit soort initiatieven. In deze nieuwe rubriek ‘Hoe is het nu met…?’ gaan we na een aantal jaar weer op bezoek bij deze projecten.

Silvia Mosterd (foto: Tineke Dijkstra / Rijkswaterstaat)

En, is het gelukt om een projectbesluit te maken? En wat is de status van het project?

‘Als het aan ons had gelegen was dit zeker gelukt! Omdat de wet werd uitgesteld, moesten we uiteindelijk toch voor een Projectplan Waterwet gaan. Technisch en juridisch gezien was het op dat moment, begin 2022, namelijk nog niet mogelijk om een projectbesluit in te dienen, en we konden niet te lang wachten met de dijkversterking. Maar we hebben een projectplan gemaakt met de opbouw en insteek van een projectbesluit. We weten nu hoe het moet. Ik ben er trots op dat het ons gelukt is een echt integraal dijkversterkingsplan en projectplan te maken, waarbij we aandacht hebben voor de waterveiligheid, de natuur, recreatie én het verkeer. Een echt duurzame dijkversterking. Het Projectplan Waterwet is op 26 oktober vastgesteld. In november volgt het goedkeuringsbesluit van de provincie, dus we zijn er bijna!' 

‘We zien de dijk echt als onderdeel van zijn omgeving, in plaats van als een berg klei die ons tegen het water beschermt.’

Dijkversterking van de Lauwersmeerdijk ten westen van Lauwersoog (foto: Tineke Dijkstra / Rijkswaterstaat)

In een projectbesluit worden belangen meer integraal afgewogen. Hoe ziet dat eruit bij de Lauwersmeerdijk?

‘Voor ons betekent het dat we de dijk echt zien als onderdeel van zijn omgeving, in plaats van alleen als een berg klei die ons beschermt tegen overstromingen. We zijn samen met ketenpartners en andere belanghebbenden gaan kijken: als we toch bezig gaan met die dijk, wat kunnen we dan nog meer meenemen? Dit noemen we ‘koppelkansen’. Zo maken we een zoetzoutovergang achter de dijk, maken we een rif voor de onderwaternatuur, ontwikkelen we een natuurlijke kwelder, zorgen we voor een tweede toegangsweg naar de haven en leggen we een fietspad aan.’

‘Doordat je alles in één keer oppakt, creëer je minder overlast, en heb je minder kosten en minder werk.’

‘Ik weet dat veel waterschappen het spannend vinden om integraal te werken. Wij hebben ook even getwijfeld: willen we het projectbesluit echt integraal opstellen, of toch los van de andere partijen, zodat we koppelkansen ook weer kunnen ‘afkoppelen’? Tenslotte zijn wij als waterschap verantwoordelijk voor de waterveiligheid, niet voor deze extra’s. We hebben uiteindelijk gekozen voor een integrale dijkversterking en met de initiatiefnemers van de koppelprojecten duidelijke afspraken gemaakt. Het heeft echt meerwaarde om dit zo samen te doen. Je voegt veel waarde toe aan een gebied, en doordat je alles in één keer oppakt, is er minder overlast voor omwonenden en heb je minder kosten en minder werk.’

Een ander verschil met een Projectplan Waterwet is dat er in een projectbesluit meer aandacht is voor participatie. Hoe hebben jullie dit vormgegeven?

‘Voor participatie zijn de documenten ‘kennisgeving voornemen’ en ‘kennisgeving participatie’ bij de start van het project erg belangrijk. Hierdoor weten inwoners in een vroeg stadium wat de opgave is en wat de (on)mogelijkheden zijn om mee te denken. Het gaat natuurlijk niet alleen om het publiceren van die documenten, maar vooral om het feit dat we in een vroeg stadium bij de belanghebbenden langsgaan en de vraag stellen: als we met die dijk aan de slag gaan, welke dingen kunnen we dan meenemen? Hier kun je hele goede ideeën uit halen. Zo hebben we veel gehad aan sessies met ecologen. Hier zijn onder andere de zoetzoutovergang en de kwelderontwikkeling uit voortgekomen.’

‘Ook een leuk voorbeeld: een recreatieondernemer heeft vanaf de start van de verkenning gevraagd om meer met recreatie te doen op de dijk. Alleen was er geen partij die dit ook heel uitgesproken wilde en de kosten hiervan kon dragen. Tot we bij een bepaald stuk de dijk niet hoog genoeg konden maken, omdat hier niet genoeg ruimte voor was. Om toch de golven te kunnen breken, hebben we de buitenkant van de dijk verruwt. Dat hebben we gedaan met trapelementen, die tegelijk een mooie tribune vormen: een plek waar mensen even kunnen zitten, en genieten van het uitzicht. Zo kwamen de waterveiligheid en de wens voor meer recreatiemogelijkheden mooi samen. Een mooie opbrengst van de participatie die je in de motivatie van het projectbesluit gebruikt.'

‘We hebben veel gehad aan de input van ecologen.’

Om de biodiversiteit en het ecosysteem van de Waddenzee te bevorderen worden tijdens de dijkversterking ook kunstriffen geplaatst in het water. Schelpen, zeewieren en dieren kunnen zich hierop hechten. (foto: Tineke Dijkstra / Rijkswaterstaat)

Wat waren de grootste uitdagingen op dat gebied?

‘De grootste uitdaging vind ik om mensen enerzijds te betrekken bij het project vanuit hun eigen belang, en ze tegelijk mee te nemen in de integrale visie. Als ik bijvoorbeeld één op één met vissers zit, hebben we het natuurlijk over hun belangen, maar probeer ik ze ook uit te leggen wat er nodig is voor natuurontwikkeling. Voor inwoners en ondernemers is het soms lastig dat er zo veel tijd overheen gaat bij een dijkversterking. In 2017 hadden we de eerste gesprekken, en nu zijn we vijf jaar later op het punt om het projectplan te laten vaststellen. Dat is voor mensen moeilijk te bevatten.’

‘Maar we hebben veel waardering gekregen voor onze participatie-inspanningen. Inwoners en ondernemers reageerden heel positief, ze voelden zich goed aangehaakt. Participatie vind ik het leukste onderdeel van mijn werk. Je hebt continu interactie met de omwonenden, van het allereerste idee tot de laatste werkzaamheden. Het is goed om te weten wat er speelt en hier ons werk op aan te passen. Een integrale aanpak werkt ook alleen als er draagvlak voor is.’

3 Tips van Silvia voor andere waterschappen

  • Verdiep je in de verschillen tussen een projectplan en een projectbesluit.
    'Een belangrijk verschil, naast de integrale aanpak, is dat je bij een projectbesluit je aanpak van de participatie goed moet motiveren en ook duidelijk moet uitleggen wat je met de opbrengsten hiervan hebt gedaan. Ook leg je bij een projectbesluit alle vergunningen tegelijkertijd ter inzage. Daarnaast zijn er ook verschillen in opbouw en formuleringen en leg je een projectbesluit alleen voor bij het dagelijks bestuur van het waterschap, in plaats van het algemeen bestuur.’
  • Maak goede afspraken bij integrale projecten.
    'We hebben geleerd hoe belangrijk het is goede afspraken te maken. Over de verantwoordelijkheden, en over de financiering. Voor het integrale Projectplan Waterwet zijn wij als waterschap de initiatiefnemer. Voor de koppelprojecten, die niet direct de waterveiligheid dienen, hebben we partners: de provincie, Rijkswaterstaat, de gemeente, het Groninger Landschap en een aantal natuurorganisaties. En hiervoor hebben we ook expliciet initiatiefnemers benoemd. Zo is de provincie initiatiefnemer van de zoetzoutovergang en de gemeente van de tweede toegangsweg naar de haven.’
  • Maak duidelijk in je afspraken welke planning leidend is en voor wie de meerkosten zijn.
    ‘Daarnaast hebben we duidelijk met alle partijen afgesproken dat we in principe alles willen meenemen met de dijkversterking, maar dat de planning voor de waterveiligheidsopgave leidend is. Dus je moet wel nú mee. Plus: alle meerkosten zijn voor de betreffende initiatiefnemer. Die afspraken hebben we goed vastgelegd in een samenwerkings­overeenkomst. Ik word nog steeds regelmatig gebeld door andere omgevingsmanagers of zij onze samenwerkings­overeenkomst als inspiratie mogen gebruiken voor andere projecten.’

Lees ook het interview dat we in 2020 hadden met een aantal deelnemers aan de pilot Lauwersmeerdijk. Ze vertellen hierin wat de pilot hen heeft gebracht.

Bezoek het virtuele bezoekerscentrum dat het waterschap voor dit project heeft ingericht en zie in 360 graden hoe de dijk er straks uit kan zien.