Welke ontwikkelingen over de #Omgevingswet speelden afgelopen tijd in de media? We geven u graag een overzicht, in vogelvlucht.

Portretfoto van Hugo de Jonge
Hugo de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO)

Meer tijd nodig om te testen

Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet is meer tijd nodig om te oefenen en testen met het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). Daarom is de Omgevingswet opnieuw uitgesteld. Dat bericht een aantal landelijke media op 14 oktober 2022, zoals NOS, Trouw  en ook Binnenlands Bestuur. Minister Hugo de Jonge (VRO) wil nu dat de wet op 1 juli 2023 van kracht wordt. In een brief aan de Eerste Kamer schrijft De Jonge: ‘Alles afwegend is een nieuwe ingangsdatum van 1 juli 2023 de beste optie, zo vinden ook de provincies, gemeenten en waterschappen. Dit beperkte uitstel zorgt voor zorgvuldigheid én duidelijkheid. Over de verschillende scenario’s, achterliggende dilemma’s en alle voor- en nadelen ga ik graag met de Eerste Kamer in debat.’ 

Portretfoto van Annemie van Kempen
Annemie van Kempen, communicatieadviseur bij de Unie van Waterschappen

Geen afstel

In een artikel in H2O zegt Annemie van Kempen van de Unie van Waterschappen dat de waterschappen in het uitstel van de inwerkingtreding geen voorbode van afstel zien: 'De doelen van de wet staan niet ter discussie. De Omgevingswet gaat helpen bij het behalen van de doelen rondom woningbouw en de energietransitie en zorgt dat water en bodem daarbij sturend zijn. Maar invoeren kan pas als iedereen er klaar voor is.’ 

Ook de waterschappen krijgen dus enkele maanden meer de tijd om de nieuwe wet te testen, in te regelen en te oefenen met de nieuwe functies van het digitale stelsel en de tijdelijke alternatieve maatregelen (TAM). ‘Daarbij zal het vooral gaan om het verwerken van meervoudige aanvragen, dus aanvragen waarbij meerdere overheden betrokken zijn en het verbeteren van de vergunningchecks. Van meer oefenen en testen zullen we niet slechter worden, dus daarmee kunnen we wel leven.’

Portretfoto van Marjolein Jansen
Marjolein Jansen, programma-directeur-generaal Ruimtelijke Ordening bij het ministerie van BZK

De Omgevingswet is meer dan een ICT-project

‘We waren er echt bijna.’ Dat zegt Marjolein Jansen, sinds 1 september als programma-directeur-generaal Ruimtelijke Ordening verantwoordelijk voor de Omgevingswet en het bijbehorende Digitaal Stelsel in een interview met Gebiedsontwikkeling.nu over het uitstel. ‘Dat heeft de minister ook aangegeven en dat hebben bestuurlijke partners ook gezegd. Bijna, maar nog niet helemaal. Dat klinkt een beetje flauw, maar zo voelde het wel. Maar als je er nog niet helemaal bent, ben je er niet. We moeten het wel met z'n allen doen.’ Op de vraag waarom het opnieuw nodig was de wet uit te stellen, zegt ze ook:

Dit is wel een bijzondere wet vanwege het digitaal stelsel dat eraan vastzit. Je krijgt veel meer transparantie in alle integrale afwegingen die bestuurlijke partijen met elkaar maken. En ik denk dat die gedachte soms wat naar de achtergrond geschoven is als het gaat over de Omgevingswet. Dan heeft iedereen het over het Digitaal Stelsel en voor je het weet, wordt de Omgevingswet een ICT-project. Maar dat is het natuurlijk helemaal niet. We zijn bezig allerlei partijen te ondersteunen in hun ruimtelijke opgave.

Portret van Co Verdaas
Co Verdaas, dijkgraaf Waterschap Rivierenland en hoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft
Portret van Trees van der Schoot
Trees van der Schoot, specialist ruimtelijke ordening en duurzaamheid

Richt het vizier weer op de waarom-vraag

Hoogleraar Co Verdaas (die als Tweede Kamerlid aan de wieg stond van de Omgevingswet) pleit er op Gebiedsontwikkeling.nu voor het vizier ook weer te richten op de waarom-vraag van de Omgevingswet – en voor meer balans in het debat. Hij ziet een eenzijdige focus op de problemen rond het DSO waardoor er ‘nauwelijks nog aandacht is voor het waarom van de Omgevingswet’. Maar, zo zegt Verdaas: ‘Keuzes rondom stikstof, wonen, bereikbaarheid, klimaat, economie, energie, geluid, veiligheid, et cetera hangen – steeds meer – samen. De duurzame toekomst van Nederland kan niet zonder een samenhangende weging van de uiteenlopende belangen die raken aan onze fysieke leefomgeving.’ Hij pleit voor een ‘transparante en onderbouwde weging van belangen met alle betrokkenen over projecten en plannen voor de leefomgeving.’

Ook Trees van der Schoot betoogt in een column in Binnenlands Bestuur dat ‘de aanhoudende berichtgeving over de resterende problemen van het DSO afleiden van waar het bij de Omgevingswet echt om gaat.’

Centrale regie kan helpen bij beleid gevolgen extreem weer

Extreem weer komt steeds meer voor. Centrale regie kan helpen om concreet beleid te maken en uit te voeren voor de gevolgen van dit extreme weer. Dat zeggen dijkgraaf hoogheemraadschap Rijnland en voorzitter van de Unie van Waterschappen Rogier van der Sande en directeur water bij adviesbureau Sweco Alex Hekman in een artikel in Binnenlands Bestuur. Die centrale regie is volgens hen nodig omdat de ruimtelijke ordening op veel plaatsen niet aansluit op het watersysteem en de grenzen van het bodem- en watersysteem op veel plekken worden overschreden. ‘Watervoorraden worden uitgeput, de bodem daalt en de natuur verdroogt’, zegt Hekman. Van der Sande ziet kansen voor de waterschappen. ‘Bijvoorbeeld in de aanleg van meer retentiebekkens en klimaatbuffers om zowel de wateroverlast als de droogte het hoofd te bieden. Dit vergt van waterschappen een meer assertieve rol in de ruimtelijke ordening.’

Werelderfgoed Schokland beter beschermd via de Omgevingswet

De gemeente Noordoostpolder wil UNESCO-werelderfgoed Schokland beter beschermen. Door de Omgevingswet kan de gemeente specifiekere maatregelen nemen voor het behoud van het voormalige Zuiderzee-eiland, zegt Omroep Flevoland. Schokland is aangemerkt als 'beschermd dorpsgezicht'. Onder de Omgevingswet kunnen maatregelen nadrukkelijker toegespitst worden op Schokland zelf in plaats van op de hele omgeving. Bij de plannen zal er ruimte zijn voor bebouwing, recreatie en een werelderfgoedcentrum. De gemeente wil hierbij veel optrekken met zowel de gemeenteraad als omwonenden.

Gezondheid kan een prominentere plek krijgen in onze leefomgeving

Met de Omgevingswet kan gezondheid een prominentere plek krijgen in onze leefomgeving. Dat stelt Arjan Nijenhuis van het programma Aan de slag met de Omgevingswet in een artikel op het kennisplatform IVVD. ‘Het maatschappelijke doel van de Omgevingswet is om een veilige en gezonde leefomgeving te realiseren. Daarbij moeten we belangrijke afwegingen maken tussen enerzijds ontwikkelingen als woningbouw en infrastructuur en anderzijds bescherming van natuur, milieu en gezondheid. De Omgevingswet biedt hiervoor de nodige handvatten.’

Als voorbeeld noemt Nijenhuis het belang van de klimaatadaptieve stad. ‘De zomers van de laatste jaren hebben aangetoond wat hittestress met ons kan doen. Het belang van bomen en groen is dan ook evident. Toch worden er nog regelmatig bomen gekapt in steden en krijgt groen onvoldoende plek in gebiedsontwikkelingen. De Omgevingswet regelt bij deze plannen een grotere betrokkenheid van belanghebbenden, die deze ontwikkeling kan ombuigen.’

Die groene plekken zijn overigens ook van belang om bijvoorbeeld ‘de sociale cohesie te verbeteren en eenzaamheid te verminderen’, stellen Arjan Nijenhuis en zijn collega Irma Dekker in een interview met kennis- en netwerkorganisatie Platform 31.

Den Bosch groene wand | Foto: ClimateScan Antal Zuurman

Wkb en Omgevingswet niet loskoppelen

Het is geen goed idee om de invoering van de Omgevingswet en de Wkb los te koppelen. Dat antwoordt de VNG op een vraag van Binnenlands Bestuur in een artikel waarin geschreven wordt dat gebrek aan private kwaliteitsborgers onder de nieuwe Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) een showstopper blijkt bij de gemeentelijke bouwopgave. Enkele gemeenten en een omgevingsdienst trokken erover aan de bel. De VNG: ‘We zien hierin een verdeeldheid onder gemeenten. Er zijn gemeenten die zeggen dat ze het liefst zouden willen dat de Wkb en Omgevingswet worden losgekoppeld en er zijn gemeenten die de koppeling in stand willen houden. Anders krijgen ze twee keer te maken met een stelselwijziging en aanpassingen van processen en systemen. Alles meewegende is koppeling vooralsnog de beste oplossing. Het levert meer werk op om nu los te koppelen, zoals in de ICT- en de VTH-keten. Loskoppelen heeft ook juridische gevolgen die verwerkt moeten worden in de wet.’

In 1 ochtend naar een concrete actielijst voor VTH-processen

De gemeente Oegstgeest deed een selfassessment voor haar VTH-werkprocessen, net als 50 andere gemeenten en regio’s. Handhavingsjurist Sander Matters van de gemeente Oegstgeest:

‘We kwamen in 1 ochtend naar een concrete actielijst van dingen die ons nog te doen staan.’

De VNG organiseert de VTH-selfassessments om gemeenten en omgevingsdiensten te ondersteunen bij de implementatie van werkende processen en de digitale systemen. ‘In Oegstgeest hebben we veel tijd besteed aan de omgevingsvisie, het omgevingsplan en onze verordeningen’, vertelt Matters. ‘Nu waren we zoekend hoe we dit concreet en werkbaar konden maken voor de lijnorganisatie. We zagen het selfassessment als een van de kansen om hier grip op te krijgen.

Collega’s vanuit de hele gemeentelijke organisatie en vanuit ketenpartners zoals de Veiligheidsdienst en de Omgevingsdienst schoven aan. ‘Mensen die eerst zijdelings of op hoofdlijnen betrokken waren, haakten nu echt aan. Ook vanuit de lijnorganisatie.’ Jacco Albers van de VNG begeleidde het projectteam. Zijn aanpak bleek eenvoudig maar doeltreffend. Matters: ‘Jacco stelde een groot aantal vragen over onze werkprocessen. Hele simpele vragen eigenlijk. Bijvoorbeeld: wat zegt het klantcontactcentrum (KCC) straks als een inwoner belt met een vraag over de vergunning voor zijn nieuwe dakkapel?’ Matters vervolgt: ‘We hadden al eerder overlegd met het KCC over de Omgevingswet, maar daar was geen concrete actie uitgekomen. Nu zaten we met elkaar aan tafel en werden we geconfronteerd met deze vraag. Dat was de goede trigger om samen na te denken.’ De ochtend resulteerde in een gezamenlijke actielijst. ‘Wij kunnen verder.’

Gemeentes druk met omgevingsvisies

In het hele land zijn gemeenten druk bezig met het vaststellen van de omgevingsvisies. Zo vraagt de gemeente Gulpen-Wittem inwoners mee te denken over de omgevingsvisie en organiseert daarvoor 3 bijeenkomsten: ‘Tijdens deze bijeenkomsten nemen we u mee in 3 ‘verhaallijnen’: ambities die naar voren zijn gekomen tijdens eerdere sessies met inwoners, medewerkers van de gemeenten en andere belanghebbenden.’ Ook de beide andere Lijn50-gemeenten Eijsden-Margraten en Vaals organiseren dergelijke bijeenkomsten. In Hoogezand waren er ook verschillende ‘meedenkbijeenkomsten’ en vulden 575 inwoners een digitale enquête in. Ook in Hollands Kroon worden inwoners opgeroepen om mee te denken op participatieavonden en op een digitaal platform. Net als in Venray, Heiloo, Pijnacker-Nootdorp en op vele andere plekken in het land.

Element uit de illustratie van de omgevingsvisie Heiloo
Beeldmerk van de Omgevingsvisie Lijn50